Bijzzzaak Castricum, 2019
Auteur: Florinda Nieuwenhuis

1 Hoe maak ik mijn tuin of openbaar groen natuurlijker?

Hoe maak ik mijn tuin of openbaar groen natuurlijker?
De basis van een natuurlijke tuin of ecologisch waardevol openbaar groen is de juiste beplanting. Om te weten welke beplanting op de grond goed kan werken moet u weten waar en hoeveel zon er op komt en wat de bodemsoort is. Dit kunt u nagaan door een paar simpele testjes te doen.


2 Hoeveel zon komt er in mijn tuin of openbaar groen, en op welke plekken?

Teken op een zonnige dag iedere twee uur de schaduwplekken op een plattegrond van uw tuin in. Geef aan waar het noorden, oosten, zuiden en westen ligt. Zo weet u welke plekken zonnig zijn, halfschaduw of schaduwrijk. Dit is belangrijk voor de keuze van de planten.

Schaduwmaximaal 2 uur volle zon per dag
Halfschaduwmaximaal 4 uur volle zon per dag. Schaduw van
bijvoorbeeld een boom met een open kroon.
Zonminimaal 5 uur zon op het warmste gedeelte van
de dag

3 Wat is de grondsoort in mijn tuin of openbaar groen?

De grondsoort is belangrijk bij de keuze van de planten. Op droge zandgrond kwijnen vochtminnende (oever) planten weg. Op voedselrijke kleigrond groeien snelle groeiers erg sterk, waardoor langzaam groeiende planten geen plek meer krijgen.

Welke grondsoort heeft u? Neem een beetje grond in uw hand en probeer het op te rollen. Valt het meteen door uw vingers? Dan heeft u waarschijnlijk zandgrond. Blijft het plakken en kunt u er misschien ook een rolletje van draaien? Dan heeft u waarschijnlijk kleigrond. Leemhoudende zandgrond en leemhoudende kleigrond komt ook voor. Dat zit tussen zand en klein in. Veengronden bevatten veel onverteerde plantenresten die u in de grond ziet zitten.

Kunt u een rolletje maken zoals in deze afbeelding? Dan heeft u waarschijnlijk kleigrond.

Voor grotere groenstroken in eigendom van de gemeente is het soms mogelijk om een bodemonderzoek te laten doen in opdracht van de gemeente. Vraag dan om de voor planten beschikbare hoeveelheid fosfaten te meten (OlsenP) waarbij het bureau ook aangeeft hoeveel jaar het duurt voordat door verschraling (door maaien en afvoeren) een bloemrijk resultaat te verwachten is.

Het uitgangpunt bij natuurlijk tuinieren is dat we werken met de bodem die er is. U hoeft uw grond niet zwaar te verrijken met compost of tuinaarde om een meer voedselrijkere grond te krijgen als u andere plantensoorten kiest (soorten die houden van armere grond). Een beetje biologische compost toevoegen is echter geen probleem.

In openbare groenstroken is eveneens het uitgangspunt dat gewerkt wordt met de bodem die er is. Bijzondere flora zijn vaker te vinden op schralere gronden, maar ook op voedselrijkere gronden is bloemrijkdom mogelijk.

U weet nu waar de zonnige stukken in uw tuin zich bevinden en welke grondsoort u heeft. Welke planten kunt u kiezen?


4 Welke planten zijn ecologisch waardevol in mijn tuin?

Voor de biodiversiteit is het beste om verschillende niveau’s van beplanting aan te brengen. Kies planten uit elk van de drie categorieën:

  1. Bomen (bij kleine tuinen kunt u klein blijvende bomen kiezen)
  2. Struiken (heesters)
  3. Overjarige planten (kruiden, zaden, bollen, vaste planten)

Probeer in uw tuin het hele jaar rond bloei te hebben. Kies dus voor:

  1. Voorjaarsbloeiers (waaronder bollen en stinzenplanten)
  2. Zomerbloeiers
  3. Najaarsbloeiers
  4. Winterbloeiers (zijn er niet zoveel, maar kunnen voor met name de honingbij een aardige bron van nectar vormen op een vroege lente dag)

Voorkeur voor inheemse planten boven exoten

  • Inheemse planten zijn planten die al lange tijd (decennia of eeuwen) in Nederland voorkomen. Hierdoor hebben allerlei insecten en vogels een voedselrelatie opgebouwd met deze planten. Inheemse planten hebben de voorkeur omdat deze verreweg de meeste insecten helpen aan voedsel
  • Exoten zijn planten die uit andere continenten of landen komen. Niet alle insecten maken ‘gebruik’ van deze planten. Veel van deze planten geven nectar aan bijen en vlinders. Maar de rupsen van vlinders zijn volledig afhankelijk van inheemse planten. De vlinderstruik bijvoorbeeld, een exoot, is een welkome bron van nectar voor volwassen vlinders. Maar de rupsen hebben andere planten nodig om groot te worden
    (bijvoorbeeld rolklaver, judaspenning of brandnetel)
  • Hoe weet u of het om een inheemse plant gaat of exoot? Dit kunt u vinden op de website van www.bijenplanten.nl
  • Voor het openbaar groen is er een sterke voorkeur voor inheemse planten. Buiten de bebouwde kom is dit eigenlijk een verplichting
  • In uw tuin kunt u natuurlijk best een uitzondering maken. Geniet ook gerust van een sterkgeurende roos of een vlinderstruik waar tientallen vlinders op afkomen

Voorkeur voor soortechte planten boven cultivars

  • Soortechte planten zijn planten die van nature voorkomen. Een voorbeeld is de beemdooievaarsbek, met de wetenschappelijke naam Geranium pratense
  • Cultivars zijn planten die door kwekers zijn doorgekweekt op een of meerdere eigenschappen, bijvoorbeeld om de bloemen nog groter te maken of de bloei te verlengen. Soms zijn de planten zo doorgekweekt dat de nectar niet meer te bereiken is door bloembezoekers. Deze planten hebben dan weinig ecologische waarde meer. Cultivars herkent u aan een toevoeging achter de soortnaam. Bijvoorbeeld Geranium pratense ‘endless summer’

Voorkeur voor biologische teelt

  • Dan is ook nog de wijze van teelt van invloed op de biodiversiteit. Vooral bloembollen, maar ook veel vaste planten worden geteeld met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen/ bestrijdingsmiddelen. Deze middelen beschermen de bollen en planten tegen ongewenste schimmels, bacteriën en insecten. De middelen maken echter geen onderscheid in ‘goede’ en ‘slechte’ insecten waardoor ook de waardevolle bestuivers gezondheidsschade krijgen en er aan dood gaan. Bovendien spoelen de bestrijdingsmiddelen uit in het oppervlaktewater waar het grote problemen veroorzaakt voor in het water levende dieren
  • In de biologische kwekerijen worden geen kunstmatige bestrijdingsmiddelen gebruikt en wordt geteeld zonder gebruik van kunstmest. Natuurlijke bemesting als stalmest en compost is wel toegestaan. Biologische boeren beschermen hun gewassen op met milieuvriendelijke alternatieven, zoals het inzetten van sluipwespen als een natuurlijke vijand
  • De betrouwbaarheid van biologische producten wordt gewaarborgd door SKAL, een onafhankelijke toezichthouder

5 Welke planten kan ik kiezen voor in mijn tuin?

Om te weten welke planten in de schaduw of zon kunnen of op voedselrijke of voedselarme grond gaat u naar de website van de Bijenplanten

Met name in de ‘overzichtstabellen’ vindt u alle informatie die u nodig heeft. Deze website is een enorme bron van informatie, maar niet voor iedereen even gemakkelijk te lezen. Als u hierbij of bij andere vragen hulp wilt, kunt u de Bijzzzaak vragen.

Op de volgende websites kunt u inspiratie opdoen over de vele plantensoorten die ecologische waarde hebben:

Bomen, struiken
planten
Vogelbescherming
Grotendeels
inheemse soorten
www.vogelbescherming.nl/in-mijn-
tuin/tuininrichting/vogelvriendelijke-beplanting
Struiken en planten Vlinderstichting

Inheemse soorten en exoten
www.vlinderstichting.nl/vlinders/tuinieren-voor- vlinders/vlinderplanten
BollenBijenplanten

Verschillende overzichten voor inheemse soorten en exoten
www.bijenplanten.nl
ZadenFirma De Bolderik

Alleen inheemse
soorten
www.debolderik.net/mengsels.php
ZadenFirma
Cruydthoeck

Alleen inheemse
soorten
www.cruydthoeck.nl/winkel/bloemenweidemengsels/c14

6 Welke planten zijn ecologisch waardevol in het openbaar groen?

In het openbaar groen gelden eigenlijk dezelfde uitgangspunten als in de tuin, maar dan op grotere schaal. Het mooiste zou zijn als het openbaar groen bestaat uit de volgende categorieën (ook wel ‘structuurelementen’ genoemd):

  1. Bomen
  2. Struiken (heesters)
  3. Zomen (dat zijn overjarige planten langs struiken)
  4. Bloemrijk gras (verschillende soorten inheemse grassen met bloeiende planten er in)
  5. Bloeiende oevers langs watergangen
  6. Waterplanten in de watergangen, zowel ondergedoken als drijvende planten

Het liefst sluiten deze structuren op elkaar aan, zoals in onderstaande afbeelding is te zien, en worden niet doorbroken door wegen, gazon of beschoeiing.

Ook in het openbare groen is een jaarronde bloei belangrijk:

Voorjaar: in het voorjaar bloeien de heesters (bijvoorbeeld struikwilgen), de voorjaarszomen (bijvoorbeeld fluitenkruid en look zonder look) en het bloemrijk gras (bijvoorbeeld paardenbloemen en pinksterbloemen of bloembollen in het gras). Ook bloeien de vroege bomen als wilgen en later kersen of esdoorns.

Zomer: in de zomer bloeit het bloemrijk gras (bijvoorbeeld biggenkruid, klavers, paardenbloem) enkele heesters (inheemse rozen zoals de egelantier en hondsroos). Bomen als de linde en de tamme kastanje geven massaal nectar aan honingbijen en hommels.

Najaar: in het najaar bloeien oevers (bijvoorbeeld koninginnekruid en grote kattenstaart) en najaarszomen (bijvoorbeeld wilgenroosje en echte guldenroede).

Voor een overzicht van de veel inheemse flora die voor bijen waardevol zijn, gaat u naar de website van de Bijenplanten op www.bijenplanten.nl.


7 Welke vegetatie is mogelijk in het openbaar groen?

Kijk ook bij het openbaar groen welke plekken zonnig zijn, halfschaduw of schaduwrijk (zie vraag 2)

Schaduw. Als er veel schaduw is vanwege bomen, dan kunt u het beste richten op voorjaarsbloei. Dat kan door het aanplanten van bollen die nectar geven of zaaien van bosrandkruiden (zie bijvoorbeeld het mengsel voor onderbegroeiing bij de Cruydthoeck of De Bolderik).

Zonnig: Op de zonnigere stukken is een meer bloeiende vegetatie mogelijk. Kijk naar de bodemsoort (zie vraag 3).

  1. Langs de struiken kan een zoom worden aangelegd door overjarige bloeiende planten te zaaien.
  2. Het gras kan minder vaak gemaaid worden, zodat er meer bloemen tussen komen, zoals klavers en paardenbloemen.
  3. Wellicht kan een deel van het gras eraf gehaald worden, zodat daar inheemse vaste planten ingezaaid kunnen worden en echt bloemrijk grasland kan ontstaan
  4. In het gras en tussen de struiken kunnen bollen worden geplant die nectar geven

8 Hoe maak ik een plan voor omvorming van openbaar groen?

  1. Benader bekenden of buren of zij u willen helpen met het maken van het plan. Samen maakt het werk wat lichter en leuker. Bovendien heeft u dan al een beetje draagvlak. Kijk op pagina Stappenplan Aanleggen natuurlijk groen wat en hoe u dit kunt doen
  2. Onderzoek hoe het groen momenteel gebruikt wordt. Worden hier honden uitgelaten? Spelen er kinderen? Wordt het op een andere manier gebruikt? Houdt in uw plannen rekening met deze gebruikers door ze een plek te laten behouden in uw plan voor het buurtgroen
  3. Leg uw plan voor aan de buurt. Dit kunt u doen door middel van een enquête. Klik hier voor een voorbeeld. Het is aan te bevelen de enquête vooraf even met de gebiedsregisseur van de gemeente te bespreken (zie volgende punt).
  4. Leg uw plan voor aan de gemeente. De eerste contactpersoon is de gebiedsregisseur. Contactgegevens vindt u hier:
    www.castricum.nl/over-de-gemeente/gebiedsregisseurs/

Wij wensen u enorm veel succes en danken u voor uw inzet voor de bijen, vlinders en vogels (en andere dieren) !!