Het afgelopen jaar zijn door Bijzzzaak verschillende projecten uitgevoerd om bijen, hommels, zweegvliegen en tegelijk ook vogels weer goed leefgebied te geven. Dat was nodig, want meerdere onderzoeken toonden de voorbije paar jaar aan, dat insecten in het algemeen en bestuivers als bijen in het bijzonder, in record tempo aan het uitsterven zijn.
De slechte kwaliteit van ons gemeente groen (met veel uitheemse sierplanten waar geen insectenleven op bestaat) en een beheer van veel snoeien, vaak maaien en alles weg schoffelen wat er maar aan wilde planten durfde op te komen, is daar op lokaal niveau, één van de oorzaken van. Gelukkig ziet ook de gemeente de noodzaak van verandering in en werden projecten op de Mient (bijenlinten en bloemrijk gras) en de katjesdagen (met aanplant van wilgenstruiken waarvan de katjes tijdens het vroege voorjaar onmisbaar zijn voor bijen, hommels en zweefvliegen), van harte ondersteund. Door ons hoofd speelde tegelijk de vraag; welke bijen, hommels, zweefvliegen en andere insecten helpen we hier nu mee in Castricum?
Maar toen kwam daar de Coronatijd. We werden getroffen door een intelligente lockdown. Dat bracht veel mensen richting natuurgebieden. Met hopelijk een extra waardering van de natuur als gevolg. Waar velen van ons ook vaak verbleven tijdens het vele mooie weer, was de eigen tuin. Daar zag ik meerdere soorten wilde bijen, die ik moeilijk op soort kon brengen. Dus maakte ik er een privé project van om gedurende het voorjaar en de zomer, zoveel mogelijk wilde bijen in de eigen tuin te ontdekken en deze via de geweldige app Obsidentify op naam te brengen. Dat het op een verslaving zou uitlopen en dat het niet bij de bijen bleef, maar dat alle insecten in de tuin onderwerp van dit ontdekkingsavontuur zouden worden, kon ik aan het begin nog niet bevroeden. En ook niet welk uniek fotomateriaal dit zou opleveren, want om de app aan het werk te zetten, moet je wel met je mobiel aan de slag voor een goede foto. Zo ontstond de jacht in de eigen tuin.
Ik dook pas echt goed de tuin in toen een kennis uit Amstelveen mij een foto stuurde van een penseelkever op duifkruid in zijn achtertuin (foto 1).
Dan moest ik toch ook iets leuks kunnen vinden. Mijn eerste vondst in de achtertuin was de pottenbakkerswesp. (foto 2)
Al snel gevolgd door de snorzweefvlieg (foto 3).
Uit Amstelveen kwam razendsnel respons met een gewone smalboktor.
Daar kon ik een prachtige Witte Halvemaanzweefvlieg tegenover stellen (foto 4).
Nu ging het er om over en weer dagelijks een mooie nieuwe soort te kunnen toevoegen. Ik kon met een Gewone Bladjager voor de dag komen.
De dag erna bood zich mijn eerste wilde bijensoort aan; de Grote Bladsnijder (foto 5).
Daarop volgde een unieke foto van een bandzweefvlieg op een sierroos in de achtertuin (foto 6)
Zo volgde de ene na de andere vondst. Op de lavendel zag ik een Grote Bladsnijder en op de mansbloed een Tuinbladsnijder. En soms ging het zelfs om zeldzame soorten.
In juni hing een klein bijtje zenuwachtig rond de bosandoorn in de achtertuin. Pas na dagen kreeg ik haar op de foto; een vrouwtje Andoornbij (foto 7). Zeldzaam in Nederland.
Een ander prachtexemplaar was de Grote Wolbij, die meer op een wesp dan op een bij leek. Ook die was dol op de bosandoorn. (foto 8).
Eind juni stond de teller al op 51 insecten die ik met foto en al op naam kon brengen. Wat een reclame voor een groene tuin, die niet eens is ingericht op een zo groot mogelijke diversiteit aan insecten. Ik ben benieuwd was de rest van de zomer biedt. Welke bijensoorten zijn nog voor het dorp Castricum te ontdekken? Welke prachtige zweefvliegen duiken nog op? Dat we niet op vakantie kunnen naar het buitenland lijkt ineens niet meer zo erg. Er valt veel te veel te ontdekken in de eigen tuin.
Bijdrage: Peter Mol